September 2019 | Lees alle columns

Kent u het woord nog? Soms bezig ik nog wat oude woorden en zinsneden. ‘Zeg maar gerust dat je Oudhollands praat’, zegt Dirk op de achtergrond als ik dit schrijf. Dirk is hier om te helpen met het herstellen van de ‘vandalenschade’. Ik maak er maar één woord van, want ik ben getroffen door schade van ‘vandalen’. Nooit eerder heb ik last gehad van lieden die zich tot vandalisme of diefstal lieten verleiden bij het zien van mijn rotstuin. Ik moet bekennen dat het mij wel trof, zogezegd. Getroffen door enkele vernielingen, de materiële schade zogezegd. Maar ook getroffen door het feit dat mijn geloof in de mensheid wederom een deuk heeft opgelopen. Dubbel getroffen dus.

Ik weet niet of het jullie weleens is overkomen dat er iets vernield is in en om de rotstuin of iets gestolen. ‘Gejat’, roept Dirk nu, wel het zijn niet mijn woorden maar gelijk heeft hij wel. Verdwenen zijn een oude gieter, een handig spitvorkje en een zinken emmer. ‘Bij mij dus ook’, roept hij en voegt er aan toe dat ik dit best mag opschrijven in de column. Hij is dus ook een slachtoffer van de ‘devaluatie der mensheid’.
Weer zijn woorden en niet de mijne, ook al ga ik hier wel in mee zeker als je teveel naar het journaal kijkt. De rotstuin waar ik rust en vrede combineer met mijn oude dag is nu dus ook al niet veilig meer. Triest, dus ja, getroffen voel ik mij zeker. Dubbel, zoals gezegd.

Mijn rotstuin ligt aan de achterkant van het huis. Waar de grens eindigt loopt een fiets annex wandelpad en dan eindeloze weiden met koeien, vogels en een boompje hier en daar. Paradijselijk dus. En dit is nu wreed verstoord door vandalen. Ik neem aan jeugdige. Hoewel Dirk nu protesteert, want dit is een vooringenomen stelling. Goed, wellicht zo, maar een stel bejaarden zie ik niet mijn hek vernielen, enkele ruiten van de platte bak kapot gooien met tufstenen uit de rotstuin! Het fietspad is een tijdje terug ontdekt door uitgaande jongeren die ’s avonds laat met veel lawaai en weinig voor- en achterlicht richting kroeg in het dorp 7 kilometer ver zich gaan verdoven. Het moet dus mijns inziens tijdens die verdoving gevolgd door verkeerde bravoure op de terugweg zijn gebeurd.

Al met al moet ik niet zeuren volgens Dirk. Het hek is niet moeilijk te repareren, de tufstenen zijn snel terug te plaatsen en het glas is snel opgeruimd. Er stond ook niet veel bijzonders in de platte bak. Nee, Dirks vorig jaar na de eerste vorst gestolen boerenkool, dat was pas een ramp. Ik zwijg maar, misschien heeft hij gelijk, wat leeftijd betreft staat hij dichter bij baldadige vandalistische jeugd. ‘Vandalen, het was een Oost-Germaanse stam, dus feitelijk Duitsers,’ zegt Dirk. ‘En die moet je niet zomaar beschuldigen’, volgens hem. Oké, het zal allemaal wel. Misschien vinden jullie mij overdrijven als ik zeg dat ik toch een stukje rotstuinplezier van mij voel afgenomen. Dirk roept, dat ik nu schromelijk overdrijf. Toch voelt het momenteel wel zo. Wilde het toch even kwijt.