Maart 2017 | Lees alle columns
‘Of ik even tijd had een paar spijkers in de schutting te slaan’ Nee,dus. Ze kwam aan met van die vetbolletjes in een plastic netje. Bovendien is de winter voorbij dacht ik, maar zei het niet. Dit huwelijk moest toch nog iets langer mee. ‘Ze waren inderdaad in de aanbieding’, zei ze. Ja, joh?,….gek hè? Rustig probeerde ik uit te leggen dat het niet echt goed is voor vogels om in het voorjaar nog gevoerd te worden. Maar haar oogopslag liet zien dat zij het daar niet mee eens was. ‘Iets extra’s kon zeker geen kwaad’ Nee, daar kon ik niet tegen op.
Of beter, ik gaf het op. Uit liefde, ja. En uiteraard voor de lieve vrede. Sluw tikte ik vrij hoog wat spijkers in de schutting. Ten eerste, kon zij er dan niet bij, zodat ik de controle had over de vetbollen. En ten tweede, kon ik slinks de vetbolletjes een zwiepertje geven zodat ze aan de buitenkant van de schutting kwamen te bungelen. Mijn uitleg, dat te laag ophangen betekende dat de vogels niet durfde te komen, nam ze wat argwanend aan. Maar verder hield het wel op. Gewapend met trapje, hamer en spijkers ging ze een uurtje later richting schutting. Loerend en knarsetandend stond ik achter de gordijnen. Toen ze weer binnen kwam , met een stralende lach, durfde ik haast niet te vragen, maar deed het toch. ‘Waarom nog een spijker aan de onderkant door het netje jagen? Dat was een domme vraag van mij. ‘Anders zouden die vogeltjes zo heen en weer wiebelen tijdens het snoepen’ Goed, hij was weer fijn. Mokkend trok ik mij terug in de alpiene kas , om eens flink met mijzelf te overleggen. Vogels en rotstuinen gaat nu eenmaal niet samen. Dat weet iedere vrouw, behalve de mijne natuurlijk. Heb ik weer. Na de koffie hield ik een pleidooi , dat vogels en rotsplanten niet samengaan. Ze luisterde in ieder geval, dat was dan ook de enige winst. Want verder vond ze het maar onzin. ‘Vogels waren klein en de rotstuin was erg groot’. Bovendien stonden er zoveel planten in, dat het wel zou meevallen. Niet dus.
Dat wat extra’s in het voorjaar zo zou aanslaan bij de gevederde vriendjes had zelfs ik niet verwacht. Al gauw werd het een vliegend circus, waarvan mijn geliefde zichtbaar genoot. Drie keer per dag liep ik mijn ronde, om plantjes aan te drukken, etiketjes terug te steken, kuiltjes in het split recht te strijken, en meer van die dingen. Toen er zelfs een koppel dikke houtduiven bijkwam, leek een echtscheiding mij ineens wel aanlokkelijk. Zover kwam het niet. De door mij verguisde en horizon vervuilende droogmolen, bleek de reddingsboei voor ons huwelijk. Twee in stereo poepende houtduiven, op een droogmolen vol witte was doen wonderen. Al gauw rende ze met trapje en nijptang richting schutting. Vogels zijn blijkbaar gewoonte beestjes, want het duurde dagen voordat ze doorhadden dat er niets meer te snoepen viel. Wel moest ik volgens mijn geliefde wat actiever zijn in het naar buiten lopen en verjagen van die lastige, vieze vliegende beestjes. Het was toch immers mijn rotstuin? Nou, dan!