Deze maand eens wat aandacht voor een wat meer ‘gewone’ plant, namelijk Primula vulgaris.

Deze gele primula, Nederlandse naam ‘Stengelloze Sleutelbloem’ (niet te verwarren met Primula acaulis), komt in het wild voor in Eurazië van Noorwegen tot in Siberië en naar het zuiden toe tot in het Atlasgebergte in Marokko. In Nederland komt deze soort voor in het wild in Drenthe en in de duinen langs de kust. In België in bepaalde delen van Vlaanderen, in Wallonië komt ie van nature niet voor.

Primula vulgaris heeft een dikke wortelstok. Hieruit groeit een rozet van grote bladeren. Deze zijn aan de onderkant behaard. Bladrand is getand en gerimpeld.
De bloemen hebben niet te lange stelen en hebben een lichtgele kleur. Aan het hart hebben ze vaak oranje vlekken. Er is een enkele bloem per steel, dit in tegenstelling met bijvoorbeeld Primula elatior en Primula veris. De stelen zijn ook over het algemeen korter dan bij de hiervoor genoemde Primula’s.

Er worden veel kleurvariëteiten van Primula vulgaris gekweekt, zoals de bekende, heel felgekleurde soorten, welke in het voorjaar overal worden aangeboden, tot in de supermarkt aan toe.

Primula vulgaris gedijt het best op een vochtige, voedselrijke bodem en heeft liever niet te veel direct zonlicht. Een plekje onder een boom of struik wordt gewaardeerd. Hier doet ie het goed in combinatie met bijvoorbeeld Cyclamen, Galanthus en andere bolgewasjes.

Primula vulgaris
genus primula
subgenus primula
sectie primula

(naar: Primula John Richards isbn 0-88192-580-2)

Gerard Verweij