September 2017 | Lees alle columns

Nederlanders staan er om bekend dat ze erg kunnen pietlutten over het weer. Nou is het met het weer denk ik net als met eten, de een is gek op spruitjes de ander haat ze hartgrondig. Ik behoor duidelijk tot de laatste categorie. Lente, zomer, herfst, winter, ik vind het een prachtige cyclus. Het schept verwachtingen, we kijken er naar uit. De lente met zijn ontluikend leven, overgaand in de broeierige vakantieachtige sfeer van de zomer, die voor je het weet eindigt in de herfst, gevolgd door de verstildheid van de winter. Voor ons rotsplanten mensen is de lente om naar uit te kijken. De lentebolletjes die als voorbode spelen, gevolgd door vroeg bloeiende alpienen en dan de explosie van kleur en bloei.

Soms ben ik bijna blij als de lente voorbij is, zo heftig, zoveel stopt de natuur in die korte tijd. Een vriendin zei eens: “Het zou altijd lente moeten zijn”. Ik begreep haar wel, maar ik zie het, nu ik wat ouder ben, toch anders. Ook al behoor ik niet meer tot het werkende gilde en ben ik lid van de pensionado’s, het is soms teveel genieten in dat voorjaar. Er is zoveel te zien, er is zoveel te doen dat het mij weleens te machtig wordt. Maar een zomerliefhebber ben ik nooit geweest. Ik ken mensen die niets liever doen dan drie weken lang ergens op een bomvol strand liggen. Vreselijk, ik moet er niet aan denken. Ze zeggen dat ze dan uitrusten, gek zou ik worden. Nee, die broeierige warme dagen, als de barbecuewalmen over Nederland glijden, de rotsplanten vechten om te overleven en water geven niet vergeten mag worden. Nee, voor mij geen zomer.

Nee, dan de herfst, dat is echt mijn ding. Van die prachtige dagen dat de zon nog wel schijnt maar zijn kracht kwijt is, de wolken die al beginnen te jagen, de alpiene planten die van kleur veranderen en de eerste blaadjes die naar beneden dwarrelen. Al die kleuren en de aparte geuren, de kracht van de natuur spreekt uit de herfst. Dat is pas leven! Zelfs de donker wordende lucht, en een fikse bui ontnemen mij het plezier niet. Waar het vandaan komt weet ik niet, het is een gevoel. Een sfeer in de natuur, planten, dieren, alles maakt zich gereed, en ik misschien ook wel. De winter komt, maar nog even is de natuur op zijn best, op zijn mooist. Er zijn mensen die ‘last’ hebben van de herfst. ‘Herfstblues’, als de blaadjes vallen. Ik niet, ik zing op de fiets tegen de wind en de vallende blaadjes in.

Bij mij komt het verstild verdriet pas als de bomen kaal zijn, de vogels weg, de koeien uit de weide, de meeste rotsplanten veilig onder de grond. Die lange periode van december naar januari, zo traag overgaand in februari en nog lang geen maart. En die maart met zijn lange en maar blijvend roerende staart. Een goede vriend is weggegaan uit ons land van de seizoenen. Eerst overwinterde hij in Portugal en kwam pas als het echt lente was terug. Nu woont hij daar het hele jaar door en bezoekt ons land als een toerist. Kan het niet begrijpen en dat hoeft ook niet. Want net als de seizoenen verschillend zijn, mogen wij mensen dat ook zijn. De een houdt van spruitjes, de ander niet. Ik niet, ik houd van de herfst, een heel jaar lang.