Juli 2019  | Lees alle columns

In een eerdere column heb ik u weleens verdriet of verblijd met een epistel over vakantieleed of vreugd. In mijn schuurtje bezig met het schoonmaken van de grasmaschien en aldoende luisterend naar de radio ving ik een mooi gesprek op over betreffende vakanties.

Nu ben ik zelf niet zo’n weggaander, maar ieder mag doen wat hij wil. Toch voelde ik mij gesterkt in wat onderzoek had uitgewezen: ´´Het best rust je uit als je thuis blijft in je eigen vertrouwde omgeving”. Kijk, dat kon ik goed gebruiken in toekomstige vakantiediscussies. Als rotsplantenmens is het, klimatologisch gezien, niet altijd veilig om de benen te nemen in een periode dat de koperen ploert kan toeslaan. Hoe vaak hoor en lees je wel niet over verloren planten door onkundige buurmensen die de gieter te vlijtig of te laks hanteren? Goed willende kinderen, neefjes of nichtjes, die bij terugkomst uit het verre oord direct onterfd dienen te worden. Nu wil ik mij niet mengen in al de welles of nietes betreffende de klimaatverandering, maar de grote wisselingen van warm naar koud baren mij toch ook wel zorgen. Van 30°C naar 18°C binnen een dag is toch wel bizar naar mijn gevoel.

Voeg je het radioprogramma samen met het klimatologisch gebeuren, dan is voor ons rotsplantenmensen de beste optie om inderdaad thuis te blijven in de zomermaanden. De gieter, slang, sproeier kun je dan zelf hanteren zonder iemand te belasten die het toch nooit goed kan doen. Afgelopen weken, met de warmte, heb ik een nieuw systeem ontdekt met het wateren: ’s Avonds nadat de boel een beetje afgekoeld was, pakte ik de slang en zittend vanuit een luie tuinstoel sproeide ik een gedeelte van de rotstuin die handmatig beter bereikt wordt dan automatisch. Het was een warme dag geweest en met de slang in de hand ben ik tot mijn schaamte ingedut.

Zo vond vriend Dirk mij, de slang wat slapjes in de hand, mijn mond half open en een enorme plas water op het gazon of ik op het strand zat en de vloed was opgekomen. Dirk nam hier vanzelfsprekend een foto van en schudde mij bruusk wakker terwijl hij hard zei: ‘’hé hangoudere, wakker worden!’’. Tot mijn grote geluk had hij bij binnenkomst van de tuin ook een foto van mijn vrouw genomen. Ze was weggedommeld op de loungeset (wat een woord) onder de overkapping. Wat een opluchting, gedeelde schaamte is halve smart! Onder de koffie bezigde Dirk menigmaal het woord ‘hangouderen’ tegen ons. Gelijk had hij.

Mijn vrouw spitsvondig als altijd, neutraliseerde Dirk’s plagerij door te zeggen dat het een nieuwe manier van vakantievieren was. ‘Thuishangen’, was de nieuwe norm! Als het te warm is, lekker binnen in huis met de airco aan op de bank, heerlijk ontbijten ’s ochtends buiten op het terrasje, als het niet te warm is wat hangen in een tuinstoel op het gazon, en dat met alle gemakken voorhanden. Briljant, wat houd ik toch van haar!