November 2018 | Lees alle columns
‘Ik heb je nooit een rozentuin beloofd’, wie kent het niet en wat betekent het. Het leverde onlangs zowaar een lange discussie op aan de keukentafel. Dirk gebruikt het te pas en te onpas als hij weer eens niet aan iemands verwachtingen voldoet. Behalve bij zijn vrouw natuurlijk. Om tactische redenen is hij het altijd met haar eens ook al is hij het niet, en dat is best vaak als ik hem zo hoor. Maar om de verwarring groter te maken bij de intro van dit stukje is dat een compleet ander verhaal wat ik nog weleens zal vertellen.
De rozentuin dus die niet beloofd is. Hannah Green schreef deze bestseller in 1964 en Anthony Page verfilmde het boek in 1977. Het verhaal over een schizofreen meisje dat in een psychiatrisch ziekenhuis belandt, hield de gemoederen aardig bezig in die tijd. Bah, akelig onderwerp. Ik hoor tot de gelukkigen die zowel het boek als de film niet gelezen en niet gezien hebben. Dirk floot en zong dit liedje – I never promised you a rose garden – op die bewuste morgen aan de keukentafel. Waarna mijn vrouw gewapend met haar tablet Dirk aantoonde dat boek en film niets uitstaande hadden met het vals gefloten en gezongen lied. Zo, dat ging weer lekker. Maar het gezegde, ‘Ik heb je nooit een rozentuin beloofd’ had wel alles te maken met de film volgens Dirk. De discussie was geboren met mij als lijdzaam toeschouwer.
Terwijl het dieptegesprek tussen mijn vrouw en Dirk in mijn ogen het dieptepunt allang voorbij was, las ik op haar tablet dat ene Joe South een countryzanger de schuldige was van het ontstaan van dit keukentafel probleem. In 1969 verscheen het op zijn album ‘Introspect’, maar pas in de zeventigerjaren maakte Lynn Anderson er een wereldwijde hit van. Wat dit met rotstuinen te maken heeft? Niks en toch alles. Want ikzelf startte deze discussie tussen mijn geliefde vrouw en mijn geliefde vriend Dirk, al was ik op dit moment niet zo dol op hen. Hoewel de rotstuin bij ons 70% van de tuin in beslag neemt, is het rozenperk midden in het gazon een ‘doorn in mijn oog’! Egoïstisch? Nee, ik gun mijn vrouw haar overigens prachtige bloeiende rozen. Maar elk jaar twee lekke kruiwagenbanden, bloedende vingers na het snoeien, – want dat mag ik dan weer doen – miljoenen luizen, prachtig kleurende meeldauw en ontelbare bloemblaadjes vretende kevers vind ik wel genoeg. Tel daarbij op de vele vierkante meters muur bedekkende Pyracantha die schitterend bloeit en vol zit met oranje bessen maar ook met vreselijke grote overal in doordringende stekels, en je snapt hoe de discussie ontstond. En dan vergeet ik nog een drie meter tellend berberishaagje langs het pad.
Al die stekelgevallen zijn voor mij een ‘doorn in het oog’. Cactussen kan ik nog wel waarderen als ik er niet te dicht bij hoef te komen, maar voor de rest, nee. Ik wil die dingen het liefst weg hebben uit de tuin. Die avond in bed na haar besluit dat de Berberis weg mocht maar de Pyracantha en de rozen niet, leek het toch een geslaagde dag geweest. Iets gewonnen toch? Tot het moment dat ik ‘I never promised you a rose garden’ op you tube opzocht en wij samen meezongen. Het ging leuk tot ik hoorde dat haar tekst, ‘I never promised you a Alpine garden’ was…….