December 2019 | Lees alle columns
Even schrikken was het die koude morgen, nooit last van gehad en nu!? Drie nog wel, drie keurige hoopjes, twee in het gazon en…ja echt één in de rotstuin. Een steen gekanteld, en twee planten spoorloos. Het was meer verbazing van mijn kant dan boosheid. Nou ja, boosheid, kon je eigenlijk wel boos zijn op zo’n mooi beestje. Ik liet het eerst maar even zo, nam wat foto’s met mijn nieuwe smartphone (jaja) en stuurde ze per app (jaja) naar Dirk. Toch even opscheppen met mijn ellende.
Toen mijn vrouw thuiskwam, zochten we samen wat informatie op internet over de mol. Wat weet je nu eigenlijk van zo’n beestje? Ze bleken niet alleen mooi en grappig om te zien maar ook heel interessant. Hun vacht is als het ware kantelbaar, dat wil zeggen staat niet een bepaalde richting op als bij andere zoogdieren. Makkelijk aaibaar, zeg maar. Behalve bij mij dan, zei mijn vrouw. En dat klopt, mijn haar stond alle kanten op vanaf de geboorte, en aaibaar? Nu is het geen probleem meer, ik ben het bijna haarloze tijdperk ingegaan. Maar wat bazel ik, terug naar de mol. Hun vacht zit dus niet in de weg als ze achterwaarts in dezelfde gang de boel in de achteruit versnelling zetten. Wel makkelijk. Ze leven solitair, graven niet veel dieper dan 120 cm, communiceren via geur en geluid. Interessante beestjes.
Dirk kwam voor het donker een kijkje nemen, per app had hij mij gewaarschuwd de gangen niet dicht te stampen. ‘Dat werkt averechts’, zei hij en beloofde een humane oplossing. Ja, ja, humaan voor hem of voor de mol? Veel vertrouwen heb ik niet in Dirk op het gebied van de plaagdierenbestrijding. Sinds 2005 is de mol niet beschermd, dus vandaar mijn vrees. Die bleek ongegrond, maar had wel met grond te maken. Uit zijn binnenzak toverde hij twee lege wijnflessen en met een grijns van ‘dat had je niet gedacht’ draaide hij de flessen met hun kontje in de molshoop tot er nog een derde uit de hoop stak. ‘Zo’, hij veegde zijn handen af en vroeg, ‘hebben jullie nog een lege fles of zijn jullie van de blauwe knoop geworden?’ ‘Vast wel,’ zei ik, en een paar minuten later was de derde fles geplant in de rotstuinmolshoop. ‘Wat een uitstekend scrabblewoord,’ voegde Dirk eraan toe.
Toch zat ik nog met een prangende vraag: ’En nu? ‘Je hebt mazzel’, zei Dirk, ‘het gaat flink waaien vannacht’. ‘Ze hebben de pokkepest aan het geluid van de wind in de fles’. Aha, dat was dus de humane oplossing! ‘Een beetje wind en hij wordt gek van het gefluit in zijn gang en foetsie de mol’. In de keuken vroeg hij: ‘Heb je nog wat onder de kurk?’ ‘Hoezo, is het niet een beetje vroeg om te drinken? vroeg ik. ‘Ach, joh, er wil wel eens zo’n fles sneuvelen door de druk van de hoop en je moet er ook wat voor over hebben’.