Juni 2018 | Lees alle columns
Gek toch dat sommige dingen, hoe onbeduidend lijkend dan ook, ware dilemma’s kunnen worden. Dat komt in mijn geval meestal, doordat ik in relatie tot vriend Dirk dommer ben dan de bekende ezel die zich naar men zegt nooit meer dan drie keer aan de zelfde steen stoot. Telkens weer laat ik mij verleiden tot soms tenenkrommend en tandenknarsend geweeklaag richting mijn vrouw om stoom af te blazen, als een aanvankelijk onbeduidend voorval of opmerking van Dirk weer gigantisch uit den bekende klauw is gegierd. En altijd ligt het aan mijzelf, ezel die ik ben. Blijkbaar houdt vriendschap in dat je de zwakke plek bij elkaar weet te vinden en als het nodig is te raken.
Klompen, ja dit keer waren het klompen. Geen Zweedse, geen ziekenhuisklompen, geen softe voor op de boot, of wat er allemaal wel niet aan klompen bestaat, nee gewoon keiharde ouderwetse uit eerlijk hout gesneden oer Hollandse klompen. Van die beige gelige klompen met een molentje voor op de omhoog gekrulde neus. En ja, zoals altijd werd ik op heterdaad betrapt toen ik met dit fijne Hollandse schoeisel, even een onkruidje wegplukkend, links en rechts op een tufsteen stond te balanceren en bijna plat ging. “Levensgevaarlijk en dat op mijn leeftijd en ik zou beter moeten weten en niet zo eigenwijs moeten zijn” en Dirk was vast niet de eerste die dit tegen mij zei. En volgens mij was de zin nog heel wat langer. Goed, verder was er niet veel aan de hand zou je zeggen want iedereen moet zelf weten wat hij of zij aantrekt voor het tuinwerk. Maar toegegeven in de rotstuin is het niet heel erg handig met houten schoeisel.
Er volgde nu van zijn kant een opsomming van soepel stenenbestendig schoeisel voor in de rotstuin. Merken, prijzen, websites, service, garantie, goedkoop, duurkoop, slijtvastheid, inlegzolen, koud, warm en nog veel meer stroomde uit Dirks spraakwaterval en het deed mij zo duizelen dat ik geen zin meer had om nog ooit in de rotstuin een voet neer te zetten laat staan een klomp. In de keuken aan de koffie zonder mijn vrouw, die mij anders zeker uit de klauwen van mijn eigen ezelachtigheid gered zou hebben – ze was met vriendinnen naar de Keukenhof – trapte ik er weer in en stootte mij dus voor de zoveelste keer aan Dirk. Of beter gezegd aan mijzelf. Tenslotte kwamen we er na het derde bakkie koffie uit en vonden dat die blauwe soepel rubberachtig aanvoelende lage instapklompen, die wel hard sleten en vrij duur waren, de beste optie waren voor in de rotstuin. Houten klompen waren meer voor een buurtfeest, vond Dirk.
Die avond, na het aan mijn vrouw verteld te hebben, stond ik voor de spiegel om de Ezel maar eens diep in de ogen te kijken met het voornemen niet meer in dit soort discussies te verzanden en op het randje van ruzie te balanceren. Maar mijn vrouw deed dit voornemen toch weer wankelen. Ze lag al in bed, klapte haar boek dicht, nam haar bril van de neus en zei: “Toch wel fijn dat ik jullie met een gerust hart kan achter laten om een dagje weg te gaan”. “Hoezo”, was mijn antwoord. “Nou, jullie rotsplantenhobby is zo divers, jullie hebben altijd wel iets om over te praten”. Ze kuste mij welterusten, draaide zich om en viel vrijwel direct in slaap. Ik lag nog lang wakker die nacht.