April 2017 | Lees alle columns
‘Hoe meer we kopen, hoe hoger de korting, en hoe lager de vrachtkosten’. Goed, daar zat wat in, en dus leek het me wel wat. Bovendien scheelde het veel gesjouw met die zware zakken. Maar, bij mij was de meeste ruimte, dus de pallets konden het best in mijn tuin staan. Ja, goed uitgedacht had hij het wel. Een paar dagen later, vrijdag om acht uur in de ochtend, stond ik toe te kijken hoe een veel te grote vrachtwagen maar net het straatnaambordje wist te ontwijken. Gordijnen bewogen, en ik voelde de priemende blikken van verontwaardigde buurvrouwen op mijn rug branden. ‘Moet je die stenengek weer zien’, want zo sta ik bekend in de buurt. Een klein mannetje sprong kwiek uit de belachelijk grote vrachtwagen. ‘Goedemorgen’, galmde het boven de zwaar stationair lopende motor uit. Op mijn vraag of de vrachtwagen niet uit kon, want het was immers nog wel erg vroeg, keek hij mij aan of ik mijn verstand jaren geleden al kwijtgeraakt was. Het kon niet, want dan deed zijn takeltje het niet. Goed, dat klonk logisch. In twee a drie snelle bewegingen zat hij al in de bak en maakte de ketting van zijn takeltje vast aan de handvaten van een onbenullig groot uitziende bigbag. ‘Die hoef ik niet’, toeterde ik zo hard ik kon boven het motorlawaai uit. ‘Jawel hoor’, schreeuwde hij terug. ‘Staat op de bon’. Met een geratel kwam een 1700 kg wegende bigbag van de vrachtwagen, die naar mijn bescheiden, maar onwetende mening aardig begon te schommelen. Met een snelle boog, en nog snellere neerwaartse beweging van de takel , kwam de bigbag op 5 cm van mijn tenen tot stilstand op de stoep. ‘Wel oppassen hè’, schreeuwde hij toen de grote zak vol met fijn split al tot stilstand was gekomen. ‘Dit split heb ik niet besteld’, probeerde ik weer boven het lawaai uitkomend. Hij schudde meewarig zijn hoofd, en trok met een snelle beweging een verfrommelde pakbon uit zijn kontzak, en liet het over de rand van de bak naar me toe dwarrelen. Net toen het tot mij doordring dat er geen twee pallets met 70 kg zakken, maar drie op de pakbon stonden, en inderdaad ook 1700 kg split, ging mijn mobiel. ‘Ja, hier met mij’, riep Dirk veel te hard aan de andere kant. ‘Zijn ze er al’? ‘Hij is er al ja’ ‘Je moet wel even de split betalen en de extra pallet potgrond, maar denk aan de extra korting’. Inmiddels was het vrachtwagenmannetje al bezig met zijn kooiaap de pallets af te laden. De stoep stond mooi vol. Eindelijk wist ik Dirk van de lijn te schudden en vroeg mij hardop af, hoe ik die pallets en die Bigbag achter de garage moest krijgen. Het mannetje ging dat zeker niet doen,. ‘We leveren af tot aan de poort’, was zijn simpele commentaar. Hij frutselde wat op een vies rekenmachientje, krabbelde wat op de pakbon. ‘Pinnen kan’, en hij liep naar zijn cabine waar hij handig in klauterde. Op de vroege morgen een paar honderd euro lichter worden valt niet mee. Met veel rook en kabaal manoeuvreerde de vrachtwagen de straat uit. Een uurtje later belde Dirk, hij was het weekend niet in de gelegenheid om te helpen. Er was onverwachts iets tussen gekomen. ‘Geen probleem toch,
hè, anders moet je het zeggen hoor’ ‘Nee, geen probleem Dirk’. ‘Mooi, ik zal het goedmaken jongen, dat weet je wel’ Zaterdagavond lag alles netjes achter de schuur, en ik lag in bad met een zere rug. Beneden hoorde ik de telefoon gaan. Even later kwam mijn vrouw naar boven, en reikte mij Dirk aan. ‘Nou, mooi hè, of niet’? ‘Hebben we toch maar mooi goedkoop gefikst hè’, voegde hij eraan toe. Hij zei nog wat, maar ik hoorde hem al niet meer. De telefoon en Dirk lagen al op de bodem van de badkuip.